Skip to main content

Risotto met scheermessen

Bereidingstijd
40 mins
Kook tijd
30 mins
Aantal porties
2

Ingrediënten

  • 500 gram scheermessen, in schaal
  • 1 sjalot, fijngesneden
  • 1 teen knoflook, fijngehakt
  • 200 gram risotto rijst
  • 15 cl witte wijn
  • 800 cl visbouillon
  • 1½ el boter
  • 5 takjes peterselie, blaadjes fijngehakt
  • zout en peper

Methode

  1. Neem een grote koekenpan, zet deze op middelhoog vuur en leg daarin de scheermessen naast elkaar. Houd voldoende ruimte tussen de messen zodat deze makkelijk open kunnen gaan. Voeg 20 cl water toe en doe een deksel op de pan.
  2. Zodra de scheermessen na een paar minuten openstaan haal je de pan van het vuur. Haal de inhoud uit de messen en bewaar het kookvocht. Gooi de schalen van de messen weg. 
  3. Verwijder het maagzakje (donker stuk) en snijd het vlees van de scheermessen in stukken van ongeveer 4-5 centimeter en houd apart.
  4. Verwarm de bouillon in een pan.
  5. Verhit een eetlepel boter in een andere - diepe - pan op middelhoog vuur en bak de sjalot en knoflook in 2-3 minuten zacht. Zorg ervoor dat deze niet verkleuren. Voeg nu de rijst toe en roer deze in een minuut totdat ze glazig zijn. Blus af met de witte wijn terwijl je roert.
  6. Als de wijn voor de helft is ingekookt voeg je een goede soeplepel bouillon toe en wacht je totdat de rijst bijna al het vocht heeft geabsorbeerd. Blijf regelmatig roeren. Voeg wederom een soeplepel bouillon toe en blijf roeren. Herhaal dit totdat de rijst bijna gaar is. Gebruik ook het bewaarde kookvocht van de scheermessen als bouillon.
  7. Bak ondertussen de stukken scheermessen met een goede klont gesmolten boter in een koekenpan op middelhoog vuur gedurende 2-3 minuten. Schud de pan nu en dan zodat alle kanten van de scheermessen een mooie kleur krijgen.
  8. Voeg de scheermessen toe aan de risotto samen met de peterselie. Voeg tot slot een halve eetlepel boter toe en roer deze door de risotto totdat deze is gesmolten.
  9. Serveer de risotto met wat gemalen zwarte peper.
                                         Fotorechten: David Loftus